Wetboek van Strafvordering
Artikel 260
1
De officier is bevoegd getuigen, slachtoffers of hun nabestaanden, deskundigen en tolken ter terechtzitting schriftelijk te doen oproepen.
2
Indien het slachtoffer of een van zijn nabestaanden als bedoeld in artikel 336, tweede lid, schriftelijk verzoekt om oproeping voor de uitoefening van het spreekrecht op grond van artikel 302 geeft de officier van justitie daaraan gehoor.
3
Bij de dagvaarding van de verdachte wordt opgave gedaan van de naam, het beroep en de woon- of verblijfplaats, of bij onbekendheid daarvan de aanduiding van de getuigen en deskundigen die door de officier van justitie zijn opgeroepen. Ook van de oproeping van een tolk wordt opgave gedaan.
4
Aan de verdachte wordt daarbij kenbaar gemaakt dat hij het recht heeft getuigen en deskundigen schriftelijk te doen oproepen of op de terechtzitting mede te brengen; hij wordt daarbij tevens opmerkzaam gemaakt op de voorschriften van de artikelen 262, eerste lid, 263, tweede en derde lid, en 278, tweede lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.